
Ben ik echt te moe om te sporten of saboteert mijn brein me? Zo herken je het verschil
Kees
- 0
Je sporttas ligt klaar, maar je lijf zegt “nee”. Of nou ja, je hoofd zegt dat je lijf “nee” zegt. Klinkt bekend? Je bent niet de enige. Het verschil tussen échte fysieke vermoeidheid en mentale tegenzin is soms flinterdun.
En laten we eerlijk zijn: je brein is een meester in uitstelgedrag. Het vertelt je met alle overtuiging van de wereld dat je rust nodig hebt, terwijl je lichaam misschien juist hunkert naar beweging. Maar er zijn ook momenten waarop luisteren naar je lichaam de verstandigste keuze is.
We gaan voor je uiteenzetten hoe je het verschil leert te herkennen en wat je in welk geval het beste kunt doen.
Waarom we geneigd zijn om beweging uit te stellen
Onderzoekers van de University of British Columbia ontdekten dat ons brein van nature de neiging heeft om energie te besparen. Dat klinkt misschien lui, maar het is eigenlijk een overblijfsel uit de tijd dat we nog moesten jagen op eten. Energie sparen betekende overleven.
En hoewel we inmiddels in een wereld leven waarin beweging ons juist helpt om gezond te blijven, denkt je brein soms nog steeds dat rust de beste keuze is. Zeker als je al een drukke werkdag hebt gehad of emotioneel vermoeid bent. Dan begint het stemmen op te werpen als: “Je hebt het verdiend om even te chillen”. Of “Je kunt ook morgen wel gaan.”
Dit soort gedachten zijn geen zwaktebod, maar eerder een signaal van je oerbrein dat hij veiligheid en energiebesparing belangrijker vindt dan een boksles.
Het verschil tussen fysieke en mentale vermoeidheid
Om goed te bepalen of je moet sporten of juist rust moet nemen, is het belangrijk dat je onderscheid leert maken tussen fysieke en mentale vermoeidheid.
Fysieke vermoeidheid herken je aan duidelijke signalen in je lijf: zware benen, spierpijn, een verhoogde hartslag in rust of moeite met eenvoudige bewegingen. Soms voel je je na een slechte nachtrust ook fysiek leeg en dat mag je serieus nemen.
Mentale vermoeidheid daarentegen komt vooral door stress, veel nadenken, sociale druk of prikkels. Je hebt dan het gevoel dat je “geen energie” hebt, terwijl je lijf in principe nog prima in staat is om te bewegen. Je hoofd is gewoon moe, niet je spieren.
Onderzoek van de University of Kent toonde zelfs aan dat mentale uitputting ervoor kan zorgen dat sporten zwaarder voelt, maar dat je fysieke prestaties er niet per se slechter van worden. Je kunt dus nog wel, het voelt alleen minder prettig. En dat verschil is belangrijk, want als je daarop leert sturen, kun je sporten juist inzetten als remedie tegen mentale vermoeidheid.
Wanneer het beter is om wel rust te nemen
Er zijn natuurlijk ook momenten waarop sporten gewoon niet slim is. Bijvoorbeeld als je ziek bent of echt lichamelijk uitgeput. Een goede vuistregel die artsen vaak gebruiken is deze: heb je alleen klachten boven de nek (zoals een verstopte neus of lichte hoofdpijn), dan kun je vaak gewoon (rustig) bewegen. Maar zit het onder de nek (zoals koorts, benauwdheid of hevige spierpijn) dan is rust absoluut de betere keuze.
Ook bij langdurig slaaptekort, overtraining of terugkerende blessures is het geen zwakte maar juist wijsheid om een training over te slaan. Je lichaam heeft dan simpelweg tijd nodig om te herstellen.
Luisteren naar deze signalen is geen excuus, maar een vorm van zelfzorg. Sporten moet bijdragen aan je gezondheid, niet eraan knagen.
Wat kun je doen als je hoofd geen zin heeft, maar je lijf wel
Stel: je bent niet ziek, je hebt geen pijn en je hebt eigenlijk best tijd… maar je voelt ontzettend veel weerstand. Dat is een typisch gevalletje van mentale sabotage. En dan kun je jezelf op een slimme manier ‘te slim af zijn’.
Een simpele en effectieve methode is de vijf-minuten-regel. Je spreekt met jezelf af dat je alleen vijf minuten iets hoeft te doen: een korte wandeling, wat rek- en strek oefeningen of een korte YouTube workout. Het mooie hieraan is dat je negen van de tien keer alsnog zin krijgt om door te gaan. Het begin is namelijk vaak de moeilijkste stap.
Ook helpt het om vaste sportmomenten in je week te prikken en gebruik te maken van een stok achter de deur. Ga bijvoorbeeld sporten met een sportmaatje of ga voor een personal trainer. Hierdoor zal je minder snel denken aan een sportsessie afzeggen.
Sporten geeft energie, ook als je het niet verwacht
Wat veel mensen vergeten, is dat sporten niet alleen energie kost, maar vooral ook energie geeft. Uit een studie gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychotherapy and Psychosomatics blijkt zelfs dat mensen die regelmatig licht tot matig bewegen tot wel 65% minder vermoeidheid ervaren.
Dus juist op die dagen waarop je denkt: “Ik kan echt niet meer,” kan een half uurtje beweging je weer op gang helpen. Niet omdat je keihard moet trainen, maar omdat beweging je hoofd even stilzet, je bloedsomloop stimuleert en je stemming verbetert.